Aflevering 8

Interessant de behoefte van de menselijke soort om iets te organiseren waarbij de een het tegen de ander moet opnemen, zei A. Vandaag een wedstrijd voor mountainbikes, door A consequent bergfietsen genoemd, ook al bevinden zich in dit landschap geen bergen. De fietsers rijden om het hardst  over smalle bospaadjes. Ze gooien roet in het eten van A en B die deze zondagmiddag een stukje zouden gaan wandelen omdat Z had gezegd dat je bij het kasteel de ijsvogel kunt zien. Het kasteel zagen ze inderdaad, de ijsvogel niet, althans niet hier. Alsof ook de vliegende lichtflits – zo noemde Z de ijsvogel consequent – zijn route had verlegd nu de bergfietsers zijn territorium bezetten. B benadrukte op zijn beurt dat je er nooit helemaal zeker van kunt zijn een ijsvogel te hebben waargenomen. ‘De vogel gedraagt zich als een droom.’ De koeien in de wei die grenst aan het parcours, hebben zich niet laten verdrijven. A en B blijven een ogenblik staan en aanschouwen de liefde van een moedervoor haar stierkalfje. ‘Goed om zo in het nu te leven als dieren,’ stelt B vast. Moeder en zoon hebben geen idee van hun ophanden zijnde scheiding. De enige manier om gelukkig te zijn.’ Niet op het hardst maar om het zachtst.

Voorgaande afleveringen

Aflevering 1

Ze heten A, B, C, D. Dat zijn niet de eerste letters van hun namen of hun bezigheden. ‘Heten’ is een onjuist woord. Ze worden aangeduid. En wie is wie? Wie schreef bijvoorbeeld die onvoltooide novelle over een waterhoen, die niet wilde uitgroeien tot een roman? Vandaag deze vogelsoort niet waargenomen, in de sloot noch in de vijver. Wel negen grote Canadese ganzen, die juist werden bijgevoerd. Niet door A, B, C of D. Het was Z. Zo kan een kwartet tot kwintet uitdijen. A, B, C, D en soms Z: ze bestaan, er zijn (Z buiten beschouwing gelaten) negentien mogelijkheden. Plus vier uiteraard, maar eenzaamheid is een onderhuidse constante, brengt evenzeer inzicht. Ze willen rechtvaardigheid, het goede en het mooie. Nemen afstand tot de omgeving en gaan erin op. Hebben met elkaar gemeen dat ze dit liefde noemen. Z is hierin deelgenoot, evenals – allicht – sommige toevallige voorbijgangers. Je weet nooit welke. De mannelijke persoon die na het inparkeren in zijn huurauto bleef zitten, alsof hij geen afscheid kon nemen van het energiebedrijf? 

Aflevering 2 

A droomt dat het koud is, wenst zichzelf een extra deken, ligt te woelen, wordt wakker, heeft het warm, de kruik is afgekoeld. De burolamp begeeft het in de middag. Licht is een belangrijk thema, minstens zo belangrijk als warmte. Het ultraviolet dringt door de muren heen. De regen maakt een gang naar buiten onaantrekkelijk, de twee kogelspinnetjes blijven hoe dan ook in huis. Hun rugtekening ontdekt het menselijk oog pas onder een vergrootglas. Ze hebben wankele webjes in het stof onder een keukenkast. Gedesoriënteerd zijn ze minder rap dan B van ze gewend is, maar nu zetten ze het op een rennen, elk een andere kant op. De spinnetjes beseffen niet dat A en B geen kwaad in de zin hebben. Zouden ze dat kunnen leren? A vraagt B waar spinnenfobie haar oorsprong zou kunnen vinden. Niet in Nederland, waar spinnen voor mensen ongevaarlijk zijn. Tenzij de verbeelding met je aan de haal gaat en van een mug een olifant maakt. Waar komt die opeens vandaan? B: Ook de beruchte zwarte weduwe behoort tot de kogelspinnen. A: Ik ken drie stoere mannen met een spinnenfobie.

Aflevering 3

Dit is niet de tijd van de reflectie, zegt C. Of is dit de tijd van de razendsnelle reflectie? Iedereen is psycholoog, socioloog en filosoof. En dat in zeer kort tijdsbestek. Haast is geboden. Babylonisch effect. De waarheid in pacht en de werkelijkheid. Hoe kan het dat de twijfel verdwenen is, weggefilterd? Misschien vormen alle minireflecties bij elkaar opgeteld een omvattende analyse, oppert D. Zowel de ultrakorte van soms maar éen woord als de bij elkaar opgetelde oneindige zijn voer voor psychologen, sociologen en filosofen van lange adem, oppert C. Maar ze komen niet aan het woord, zoals het verlegen kind in het café. Het wil iets zeggen, maar doet er het zwijgen toe, de anderen zijn al bij het volgende onderwerp. B zegt: We vernemen in toenemende mate de ruis van de hele wereld. Z komt langsgefietst en zwaait heel kort, een zware tas links aan het stuur vereist bediening met twee handen. Een waarheid die al bestond voordat de fiets was uitgevonden, stelt D vast.

Aflevering 4

Een blik in de verte opwaarts brengt de zonsondergang boven de supermarkt in beeld. Het is iets van de laatste tijd dat die kleurig uitpakt, nu blauw en paars. Het schijnt een uiting te zijn van luchtvervuiling, het mooie verbloemt het lelijke. Foto’s verspreiden zich als een lopend vuurtje. De avondspits suist over straat. Götterdämmerung. D is te voet, de gekochte spullen zitten in een rugzak. D denkt na over de bespreking met B, over dromen. Wat er gebeurt lijkt zozeer op een droom dat het andersom had kunnen zijn. Oppassen geblazen, had B gezegd: Ga nooit ergens in geloven, bewaar in gelijke mate afstand tot droom en tot werkelijkheid. Maar waar bevind je je dan zelf? Ook denkt D na over een andere recente conversatie, op dezelfde middag. B zei toen (of was het A?): Er bestaat in de mens een neiging zich tegendraads op te stellen en een neiging gehoorzaam te zijn. Vermeng die twee neigingen nooit met elkaar, waarschuwde B of A. Anders doen zich ontploffingen voor. 

Aflevering 5

Langs de waterkant hedenmiddag vier waterhoentjes in het park, drie bij elkaar en een losse. De meerkoeten zijn als altijd in de meerderheid. Ook zij worden in aantal overtroffen door de roeken, nu die niet meer bij hun vogelnestbomen kunnen wegens werkzaamheden aan een mensenhuis. De dieren ervaren een enorme overlast van mensen, zegt B. Maar dieren ervaren ook overlast van elkaar, net als mensen, die strikt genomen dieren zijn en – vermoedelijk net als elk ander dier – het eigenbelang voorop stellen. D zegt: Ik telde vandaag in de winkelstraat vierhonderdtwaalf mensen, inclusief mijzelf, ik stond op de hoek bij het steegje. D wachtte een half uur op A, doodde de tijd met tellen, A liet zich niet zien, Z evenmin, maar die vertoont zich voor zover bekend nooit in de winkelstraat. 

Aflevering 6

A,B,C en D kennen elkaar goed, wellicht de een nog wat beter dan de ander. Zijn er nog vragen? Waar ze wonen? Dat is onbekend en van ondergeschikt belang. Ergens overal. Hetzelfde geldt voor hun namen en hun initialen. En voor hun eigenschappen, waarvan sommige uitwisselbaar zijn. In welke stad staat welke toren? Huisnummers hebben toch ook niets te betekenen? Of je nu op nummer 2, 7, 24, 54 of 110 woont, je bent wie je bent. Wolken drijven over, de zon strooit met lichtkorrels, waardoor ze scherp afsteken tegen de blauwe hemel. Maar in werkelijkheid is het geen blauw, meent B te weten. ‘Dat is wat onze ogen ervan maken.’ Op de vraag van D welke kleur dan wel moet B het antwoord schuldig blijven. De roeken laten zich vergezellen door kauwtjes en andersom.  Eksters vliegen nooit mee, ze dragen de regenboog in hun groene en zwarte veren, ook als het niet regent.  Zwart of groen? Kop of munt? Regen of zonneschijn? De keuze uit twee kan net zo moeilijk zijn als de keuze uit honderd, zegt D.

Aflevering 7

Geen enkel brein kan alle informatie bevatten en de informatie die is opgeslagen in éen brein zit ook niet logisch in elkaar, zei B toen hij een vraaggesprek met een schaatster zag die geen idee bleek te hebben wat curling is. Zelf wist B alleen dat curling zich op het ijs afspeelt en dat deelnemers met een soort bezem een blokje voortbewegen zonder het aan te raken. B wist niet of hij daarmee ja mocht antwoorden op de vraag wat curling is. Misschien was het net iets anders; misschien was het meer dan dit. B had het ooit een keer op televisie zien beoefenen, hoewel je er medailles mee kon winnen, leek het geen bij uitstek zingevende bezigheid. ‘Dat is slechts een persoonlijke opvatting,’ benadrukte C. ‘Wat voor de een het lezen van Wittgenstein is, is voor de ander curling. Je kunt denk ik wel objectief vaststellen dat het een bepaalde monotonie bezit. Maar dat kun je ook van voetbal zeggen. Wereldwijd zijn meer mensen in de ban van voetbal dan van curling. Dat zegt niets over de eigenschappen van de betreffende sport.’

© 2022 sander jeroen grootendorst

 


Als blijk van waardering en ter ondersteuning van natuurvertaler.nl kun je een bedrag naar keuze overmaken:

Betaling geschiedt veilig via iDeal of PayPal
Of rechtstreeks overmaken naar NL96ASNB0707472814 ten name van Natuurvertaler.
Alle gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld.

Vragen, opmerkingen? Vul dan het contactformulier in.