Je bekijkt nu De iconische tijdreis van Jan M. Verburg in de Gudulakerk

De iconische tijdreis van Jan M. Verburg in de Gudulakerk

Vlak voordat het coronatijdperk uitbrak, bezocht de Deventer kunstenaar Jan Marinus Verburg (1949) in Londen de tentoonstelling met werk van schilder, dichter en rebel William Blake (1757-1827), die in de catalogus van het Tate Museum wordt omschreven als ‘schepper van iconische beelden’.

Afgelopen zondag declameerde Verburg in de Gudulakerk in Lochem Blakes gedicht Tyger Tyger. Over de vraag waarom God zowel het prachtige als het verschrikkelijke heeft geschapen.

Het was bij de openingsceremonie van de tentoonstelling met werk van Verburg, nog tot en met 25 september hier te aanschouwen. (https://lost-paradise.nl). De bijeenkomst had enigszins het karakter van een kerkviering. Met, mede door de galm, gedragen nieuwe muziek van Vera Bon, een kunsthistorische toelichting door Jaap Nijstad vanaf de kansel en, niet in de laatste plaats, Verburgs gepassioneerde declamaties: gedichten van Bei Dao (een Chinese beat-dichter) en Do Foe (uit 712), Vasalis en H.H. ter Balkt (twee gedichten over ‘tijd’), John Keats (On Death) en P.N. van Eyck (De tuinman en de dood). Vera Bon cirkelde er met haar zang en haar synthesizer tussendoor: ‘Niet sterven, niet sterven, in mijn hoofd, het zit allemaal in mijn hoofd.’

Verburg werd bekend door de reusachtige banieren die hij maakte voor Lowlands, ze vormden de poort naar het festival. In het door de kerkramen gefilterde licht, aangevuld met schijnwerpers in de binnenruimte, komen ze magistraal tot hun recht: de iconische afbeeldingen van Napoleon, Mohammed Ali, Beatrix en: van Jan M. Verburg himself.

‘There really is no such thing as art. There are only artists,’ citeerde kunsthistoricus Jaap Nijstad zijn collega Ernst Gombrich. Een stelling die te betwisten valt, maar: ‘Hier is geen twijfel, Jan hoort tot die kunstenaars.’ Nijstad ging terug in de tijd naar heilige plaatsen waar kunst zich door de eeuwen heen heeft afgespeeld: van de grotten van Altamira tot kerkgebouwen, ‘waaraan kunstenaars mede invulling gaven’. En wat Verburg nu wéér doet. ‘De kerk aankleden zoals in de tijd vóór de Reformatie.’ De beelden en de kleuren zijn terug, althans tijdelijk.

Daarnaast is de tentoonstelling een reis door het leven van de kunstenaar zelf. ‘Een reis langs een grote bonte verzameling met heel veel afbeeldingen, één dynamische wandeling in een kerk die staat als een huis. In de armen van de heilige Gudula.’ Nijstad – geboren Lochemer – legde een verbinding tussen Verburgs werk en een tekstbord dat zich in de kerk bevindt zolang hij zich kan heugen: ‘Laten wij onze onderlinge bijeenkomsten niet nalaten’ (Hebreeën, 10:25). Een van de eerste leporello’s (harmonicaboeken) die Verburg maakte, is gebaseerd op een reis naar Israël.

Zijn – vooralsnog – laatste leporello is geïnspireerd door William Blake, popartiest avant-la-lettre. Een vele meters lang uitvouwbaar boek, uitgevouwen uitgestald: het springt aan weerszijden van beeld naar beeld: portretten, fantasielandschappen, verwijzingen naar kunstwerken, het lijkt oneindig door te gaan, een viering van het leven in de schaduw van de dood. Aan het einde van de reis sta je weer aan het begin.

Tyger Tyger, burning bright,
In the forests of the night; 
What immortal hand or eye, 
Could frame thy fearful symmetry? 

In what distant deeps or skies.
Burnt the fire of thine eyes?
On what wings dare he aspire?
What the hand, dare seize the fire? 

And what shoulder, & what art,
Could twist the sinews of thy heart?
And when thy heart began to beat,
What dread hand? & what dread feet? 

What the hammer? what the chain, 
In what furnace was thy brain?
What the anvil? what dread grasp, 

Dare its deadly terrors clasp! 

When the stars threw down their spears 
And water’d heaven with their tears: 
Did he smile his work to see?
Did he who made the Lamb make thee? 

Tyger Tyger burning bright, 
In the forests of the night: 
What immortal hand or eye,
Dare frame thy fearful symmetry?

Van onder zijn reusachtige zelfportret luistert kunstenaar Jan M. Verburg naar kunsthistoricus Jaap Nijstad, die de genodigden vanaf de kansel toespreekt. Links onderaan een deel van de leporello gebaseerd op het werk van William Blake.

 

© 2021 sander grootendorst


Als blijk van waardering en ter ondersteuning van natuurvertaler.nl kun je een bedrag naar keuze overmaken:

Betaling geschiedt veilig via iDeal of PayPal
Of rechtstreeks overmaken naar NL96ASNB0707472814 ten name van Natuurvertaler.
Alle gegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld.

Vragen, opmerkingen? Vul dan het contactformulier in.